Klapeksters in de Kempen
Graag
aandacht voor het volgende:
Op
basis van de aanwezige waarnemingen op de site van www.vogelsindekempen.nl
heb ik een overzicht gemaakt (zie onderstaand Klapeksters Lanius
excubitor in de Kempen, winter 2004/2005) van
alle waarnemingen en waarnemingsplaatsen van Klapeksters in de Kempen in deze
winter. Op basis daarvan kom ik tot een schatting van 19 à 28 exx. op een
totaal oppervlak van ca. 6000 ha. Dit laatste cijfer is het totaal
oppervlak (ruw geschat) van alle terreinen waar Klapeksters zijn gezien.
Merendeels zijn dit tamelijk geïsoleerde terreinen die dikwijls omgeven
zijn door voor Klapeksters ongeschikt gebied (grootschalige ontginningen,
aaneengesloten bosgebieden e.d.). Voor de hele Kempen, dus inclusief
ongeschikte plekken (totaal opp. ca. 1000 km2), is dit een dichtheid van
1.9 à 2.8 exx. per 100 km2. Het enige vergelijkbare cijfer dat ik heb is een
schatting van 3.8 exx. per 100 km2 in Zuid-Zweden. Vermoedelijk echter is daar
het areaal geschikt winterbiotoop binnen het onderzochte gebied veel groter.
Het
laatste min of meer complete totaaloverzicht van de Kempen dateert alweer uit de
winter 1989/90. Het aantal overwinterende Klapeksters werd toen op 16 gesteld
(v. Happen & v. Kessel, 2000).
Het zou
interessant zijn om op korte termijn (liefst nog deze maand!!):
Alle
waarnemingen (dus ook die nog niet zijn gemeld) van Klapeksters in de
maanden december (2004), januari en februari door te geven aan de website.
Daarbij de waarnemingsplaats liefst tot op km-hok of amersfoort-coördinaten
en waarnemingstijd zo nauwkeurig mogelijk. Indien mogelijk (telescoop!) ook
bijzonderheden over het kleed. Let bijv. op lichte snavelbasis, schelpjes op
de borst, dwarsbandje op de vleugel.
Simultaantellingen
of in elk geval nader onderzoek te organiseren c.q. uit te voeren op de
Oirschotse Heide inclusief Rouwven, de Grote Heide tussen Aalst en Heeze
(ten westen van de Meelakkers), het gebied Groote Heide e.o. bij Leende en
Soerendonk (dus inclusief Strijperheg, Kranenveld, Putberg en Patersgronden),
het Hageven en de Loozer- en Boshoverheide (en voor zover Kempisch ook
Weerter- en Budelerbergen). Kijk bij de opmerkingen onder de tabel!!
Wie
literatuur heeft of kent van na 1995 die betrekking heeft op wintertellingen
van Klapeksters in Europa (maar liefst in Nederland) dit even melden aan de
webmaster. Ik ga ervan uit dat de meeste literatuur vóór 1995 is verwerkt
in Lefranc en Worfolk 1997 en die is voorhanden.
Let
op gekleurringde Klapeksters! SOVON is bezig met een onderzoek naar de
plaatstrouw van winterse Klapeksters. Letten op kleurcombinatie en
inscriptie (telescoop!).
KLAPEKSTERS
Lanius excubitor IN DE KEMPEN,
WINTER 2004/2005
Klapekster, Rouwven (beide
foto's): Frank Neijts
In onderstaand overzicht zijn alle waarnemingen van Klapeksters gerubriceerd welke via www.vogelsindekempen.nl zijn doorgegeven in de winter 2004/2005. Voor dit overzicht zijn alleen de waarnemingen uit de maanden december, januari en februari verwerkt om zovel mogelijk late of vroege trekkers uit te sluiten.
Plaats
& gemeente |
Opp.
(ha) |
uurhok |
Dichtstbijzijnde
andere plaats |
Omschrijving |
Aantal
waarn. |
Exx.
geschat |
Bijzonderheden |
1.
Roovertsche Heide (Hilvarenbeek) |
200 |
50-38 (41/51) |
No.
5: Neterselsche Heide (7 km) |
Grote
kaalkap, grotendeels vergrast |
1
(J) |
1 |
*
Wordt weinig bezocht! * Schapen! |
2.
Moerbleek (Reusel-De Mierden) |
50 |
50-57 (35) |
No.
9: Beleven (4 km) |
Zeer
geïsoleerd heideveldje omsloten door naaldbos |
3
(D/J) |
1 |
*
Uitgestrekte kaalkapvlaktes in de omtrek |
3.
Oirschotse Hei, inclusief Rouwven (Oirschot) |
1000 |
51-31
& 32 |
No.
4: Landschotse Heide (4,5 km) |
Zeer
groot, deels bebost en relatief droog heideveld met brede rand van
ontginningen |
5
D/J/F |
3-5 |
*
Militair oefenterrein. |
4.
Landschotse Heide (Oirschot) |
250 |
51-41 (15/25) |
No.
5: Neterselsche heide (2,5 km) |
Tamelijk
geïsoleerd, deels vochtig heideveld |
4 (D/J) |
0-2 |
*
Beschermd |
5.
Neterselsche & Mispeleindse Heide (Bladel) |
200 |
51-41 (43) |
No.
4; Landschotse Heide (2,5 km) |
Deels
beboste heide, grenzend aan gevarieerd bosgebied en grote vennen |
2
(D) |
2 |
*
Beschermd |
6.
’t Sang (Mierlo & Helmond) |
150 |
51-47 (23/33) |
No.
8: Strabrechtse Heide (2 km) |
Gevarieerd
bos met broekbos en schrale landjes |
3
(D/J) |
1-2 |
*
Beschermd. |
7.
Visvijvers V’waard e.o. (Valkenhorst o.a.) (Valkenswaard) |
300 |
51-55 57-13 |
No.
15: Met name Patersgronden (4,5 km) |
Vijvercomplex
met beekdal en rand van heide en bos (Valkenhorst) |
3
(D/J) |
1 |
*
Beschermd. |
8.
Strabrechtse Hei (Heeze-Leende) |
1700 |
51-57 |
No.
6: ’t Sang (2 km), zie ook 9. |
Zeer
groot, relatief vochtig, wat
geïsoleerd heideveld |
11 D/J/F |
5 |
*
Beschermd |
9.
Lange Bleek (Heeze-Leende) |
40 |
51-57 (42) |
No.
8: Strabrechtse Hei (0,5
km.) |
Klein,
droog heideveldje vlak bij 8. |
2
(J) |
1 |
Beschermd |
10.
Beleven (Reusel-De Mierden) |
250 |
56-18 (12/13) |
No.
2: Moerbleek (4 km.) |
Gevariëerd
landbouwgebied met kleinschalige elementen |
1
(J) |
0-1 |
*Natuurontwikkeling |
11.
Reuselse Moeren (Reusel-De Mierden) |
150 |
56-28 13/14/15 |
No.
11: Goorloop (5 km.) |
Geïsoleerd,
vochtig heidegebied |
1
(D) |
0-1 |
*
Beschermd. |
12.
Goorloop Reservaat (Bladel) |
30 |
557-11 (55) |
No.
12: Cartierheide (2 km) |
Zeer
geïsoleerd pijpestro-veld met veel dode berk in groot boscomplex |
1
(J) |
0-1 |
*
Beschermd. |
13.
Cartierheide (Bladel) |
200 |
57-12 (42/52) |
No.
11: Goorloop (2 km) |
Geïsoleerd
, deels vochtig heide-gebied |
3
(D/J) |
1 |
*
Beschermd. |
14.
Malpie (Valkenswaard) |
200 |
57-14
&
15 |
No.
15: Met name Patersgronden (2,5 km) |
Tamelijk
geïsoleerd vochtig heideveld dat aansluit op beekdal |
2
(J/F) |
1 |
*
Beschermd |
15.
De Pan (Someren) |
75 |
57-17 (34) |
No.
5: Strabrechtse Heide (5 km) |
Geïsoleerd
heide-veldje in geva-riëerd bosgebied |
1
(J) |
0-1 |
*
Beschermd |
16.
Grote Heide (Heeze-Leende, Cranendonck) |
1000 |
57-25 &
26 |
No.
13: Malpie (2,5 km W) |
Vrijwel
aaneen-gesloten gebied van heide: Put-berg, Grote Heide, moeras (Goor),
natuurontwikkeling (Patersgronden) en landbouwgebied (Kranenveld) |
12 |
2-3 |
*
Deels beschermd |
17.
Weijerkens (Bergeijk) |
50 |
57-22 (33/34) |
No.
12: Cartierheide (3,5 km) |
Landbouwgebied
tussen grote boscomplexen |
2
(D/J) |
1 |
?? |
18.
‘Casteren’ |
n.v.t. |
51-51 |
Grijze
Steen (2 km) en no. 4: Landschotse Heide (2 km) |
Landbouwgebied
|
1
(D) |
0 |
Misschien
afkomstig van Landschotse Heide of Grijze Steen?? |
TOTAAL |
5845
ha |
|
|
|
57
waarn. |
20-30
exx. |
|
EEN PAAR OPMERKINGEN:
Oppervlakte
is ruwe schatting van geschikt (veelal open) terrein, dus niet de ‘ware
gebiedsgrootte’!
Vogels
in tenminste 2 maanden (D, J en/of F) waargenomen tellen als 1 overwinteraar.
De
schatting van bepaalde gebieden (no’s 3, 4, 6 en 15) is onzeker en
gebaseerd op niet-simultane tellingen en/of waarnemingen. Met name voor 3 en
15 zijn simultaantellingen zeer gewenst.
Merkwaardig
is het ontbreken van waarnemingen van Budel-Dorplein en Loozer- en
Boshoverheide. Niet alleen zijn hiervan wel waarnemingen uit andere winters
maar ook veel uit november (Boshoverheide) van reeds territoriale vogels.
Potentieel
is ook de Grote Heide tussen Aalst en Heeze (51-55) geschikt. Blijkbaar
komen hier geen vogelaars (meer)? Hageven?
Bij
tellingen van Klapeksters dient men er rekening mee te houden dat sommige
vogels zeer grote territoria kunnen hebben. Weliswaar wordt daarvan slechts
een kleiner deel intensief benut maar ze kunnen makkelijk even ’n
kilometertje of meer ‘verderop’ gaan kijken! Een vogel op de Loozerheide
die wij in november soms hele dagen konden volgen,bestreek een gebied van
zo’n 150 ha. In Zweden is vastgesteld dat sommige Klapeksters op een dag
ruim 10 km. afleggen (niet allemaal in rechte lijn natuurlijk)
Waarnemingen
van Klapeksters net even buiten de randen van ‘erkende’
Klapekstergebieden kunnen dus makkelijk afkomstig zijn van vogels die
normaal daarbinnen opereren.
Opmerkingen, aanvullingen zowel op dit stukje als de tabel graag naar frankneijts@tiscali.nl